Gehoor en evenwichtsorgaan
Het oor bestaat uit twee delen: het gehoororgaan en het evenwichtsorgaan
1. Gehoororgaan
De werking van het oor
1. Uitwendig oor of buitenoor
- oorschelp + externe gehoorgang + trommelvlies
- trommelvlies = trommelvel strak over de gehoorgang gespannen: vangt geluid op
- oorsmeer: houdt trommelvlies soepel
2. Middenoor
- trommelholte met daarin de drie gehoorbeentjes: hamer, aambeeld en stijgbeugel (de kleinste botjes van het lichaam)
3. Binnenoor
- slakkenhuis: een met vloeistof gevuld gangenstelsel waarin zich de eigenlijke zintuigcellen van het gehoor bevinden
- hogere tonen prikkelen zintuigcellen aan het begin van de spiraalvormige gang, lagere tonen dringen verder door in het slakkenhuis
2. Evenwichtsorgaan
Het evenwichtsorgaan (10) helpt ons om overeind te blijven.
Het bestaat uit drie halfcirkelvormige kanalen: één
kanaal voor elk van de drie dimensies. Hiermee neem je je stand in de ruimte
waar.
De werking van het evenwichtsorgaan
De drie halfcirkelvormige kanalen (8) zijn gevuld met vloeistof. In de wand zitten de zintuigcellen. Elke zintuigcel heeft een haar met een steentje eraan.
Als
we met ons hoofd bewegen, beweegt ook de vloeistof in één van de kanalen én de
steentjes van de zintuigcellen. De zintuigcellen sturen een elektrisch signaal
naar de hersenen via de evenwichtszenuw
(9). De hersenen sturen opdrachten naar de spieren om onze houding te
corrigeren.